Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wij spreken [11]wijsheid onder [12]de volmaakten; doch een wijsheid, niet [13]dezer wereld, noch [14]der oversten dezer wereld, die [15]te niet worden; 11. Dat is, de zwaarste verborgenheden van Gods Woord, gelijk vs.7. Anderszins heeft hij ook de zwakken en tederen met melk gespijsd. Zie hfdst.3 vs.2; Hebr.5:12. 12. Dat is, die in de zaken des geloofs meer toegenomen zijn, en nu niet meer in de eerste beginselen behoeven onderricht te worden. Zie Rom.14:1,2, en Rom.15:1; Fillip.3:15; Hebr.5:14. Dezen worden bij vergelijking van anderen, volmaakten genoemd: anderszins is hier niemand volmaakt in kennis zolang hij leeft; hfdst.13 vs.9. 13. Dat is, die van het menselijke vernuft bedacht en groot geacht wordt. 14. Dat is, der wijzen en machtigen, gelijk vs.8. 15. Namelijk met al hunne wijsheid en macht, overmits die buiten deze wereld geen gebruik heeft.